09-21-2020, 08:36 PM
Na de langste pauze uit mijn concertloopbaan heb ik eindelijk nog eens wat symfonische noten live gehoord. Er waren maar 200 toeschouwers toegelaten in Bozar, maar zelfs dit zeer beperkte aantal werd niet gehaald. Met zo'n 170 mensen in de zaal dacht ik dat een perfecte beleving een zekerheid was, maar dit bleek lelijk tegen te vallen met veel gebabbel waarbij twee gezette dames zelfs dachten dat Bartok de uitgelezen gelegenheid was om een echte ouderwetse koffieklets te houden. Een concert met mondmasker op volgen bleek nog redelijk mee te vallen, maar het is natuurlijk leuker zonder.
Ik heb deze avond twee nieuwe stukken ontdekt, iets wat gezien mijn vele concertbezoeken een zeldzaamheid is geworden. Het concert begon met de Mefisto Wals nr 1 van Liszt, en dit in de symfonische setting. Wel een leuk werk eigenlijk met op het einde een mooie harp-passage. Erna volgde de première van een orgelconcerto: figuris, concerto voor orgel en groot orkest van Maintz. Het was de eerste keer dat ik het grote orgel Bozar heb gehoord. De aanvang bracht zachte strijkerklanken met boeiende sombere kleuren maar dit bleek geen indicatie te brengen over de rest van het stuk. In het begin zat het orgel volledig vervat in het orkest en gaf het concerto weinig solo-ruimte aan László Fassang. Zoals bij veel moderne werken zat er een grote dosis slagwerk in verwerkt, maar het swingde gelukkig nooit de pan uit. Ik kon het vrij lange werk wel smaken.
Als slot volgde het Concerto voor Orkest van Bartok. Een prachtwerk dat ik al een hele tijd niet meer live had gehoord. Gergely Madaras heeft het precies gebracht, met wel hier en daar een beetje een aparte tempo keuze. De grote diepgang is er wel nooit in gekomen. Ik denk dat hier een 3-tal redenen voor zijn : toch triestig spelen in zo'n lege Bozar, het moeilijke solowerk vraagt dat de muzikanten op hun top zijn en met Corona kon je dit moeilijk verwachten, en ook door Corona was de strijkerbezetting verminderd in 12-10-8-6-4. Wat tot een onbalans leidde met te weinig zware snaren. In hun afzonderlijke delen geraakten ze er nog mee weg, maar eens de eerste violen, stevig aangevuurd door de concertmeester, vol gingen ontbraken de lage klanken te veel. Het OPL heeft het goed gebracht, zonder dat het solowerk echt uitmuntend werd. De 4 hoorns samen brachten een volle sound die ik echt wel kon smaken, maar de andere kopers bleven hier een beetje achterop hinken. Bij het solowerk bij de kopers heb ik toch wat aarzeling en intonatieproblemen gehoord. Het was natuurlijk geen cadeau om dit als eerste post-Corona werk te spelen. Zonder die kletswijven ging ik er toch wel van genoten hebben, maar nu was het toch niet zo'n heel geslaagde avond jammer genoeg. De maximum capaciteit van de zaal is nu naar een kleine 1000 verhoogd. Met de huidige Coronacijfers lijkt me dat wat teveel om veilig te verlopen, dus er volgt mogelijk opnieuw een lange concertpauze.
Ik heb deze avond twee nieuwe stukken ontdekt, iets wat gezien mijn vele concertbezoeken een zeldzaamheid is geworden. Het concert begon met de Mefisto Wals nr 1 van Liszt, en dit in de symfonische setting. Wel een leuk werk eigenlijk met op het einde een mooie harp-passage. Erna volgde de première van een orgelconcerto: figuris, concerto voor orgel en groot orkest van Maintz. Het was de eerste keer dat ik het grote orgel Bozar heb gehoord. De aanvang bracht zachte strijkerklanken met boeiende sombere kleuren maar dit bleek geen indicatie te brengen over de rest van het stuk. In het begin zat het orgel volledig vervat in het orkest en gaf het concerto weinig solo-ruimte aan László Fassang. Zoals bij veel moderne werken zat er een grote dosis slagwerk in verwerkt, maar het swingde gelukkig nooit de pan uit. Ik kon het vrij lange werk wel smaken.
Als slot volgde het Concerto voor Orkest van Bartok. Een prachtwerk dat ik al een hele tijd niet meer live had gehoord. Gergely Madaras heeft het precies gebracht, met wel hier en daar een beetje een aparte tempo keuze. De grote diepgang is er wel nooit in gekomen. Ik denk dat hier een 3-tal redenen voor zijn : toch triestig spelen in zo'n lege Bozar, het moeilijke solowerk vraagt dat de muzikanten op hun top zijn en met Corona kon je dit moeilijk verwachten, en ook door Corona was de strijkerbezetting verminderd in 12-10-8-6-4. Wat tot een onbalans leidde met te weinig zware snaren. In hun afzonderlijke delen geraakten ze er nog mee weg, maar eens de eerste violen, stevig aangevuurd door de concertmeester, vol gingen ontbraken de lage klanken te veel. Het OPL heeft het goed gebracht, zonder dat het solowerk echt uitmuntend werd. De 4 hoorns samen brachten een volle sound die ik echt wel kon smaken, maar de andere kopers bleven hier een beetje achterop hinken. Bij het solowerk bij de kopers heb ik toch wat aarzeling en intonatieproblemen gehoord. Het was natuurlijk geen cadeau om dit als eerste post-Corona werk te spelen. Zonder die kletswijven ging ik er toch wel van genoten hebben, maar nu was het toch niet zo'n heel geslaagde avond jammer genoeg. De maximum capaciteit van de zaal is nu naar een kleine 1000 verhoogd. Met de huidige Coronacijfers lijkt me dat wat teveel om veilig te verlopen, dus er volgt mogelijk opnieuw een lange concertpauze.