03-01-2019, 12:22 PM
Ik ben gisterenavond naar mijn 14e uitvoering van mijn lievelingsstuk geweest. Het is eigenlijk wel opmerkelijk te noemen : veel muzikanten van Belgische orkesten zitten te popelen om dit werk ooit eens te mogen spelen. Er zijn zelfs programma-directeurs van Belgische orkesten die nog nooit van Gustav Mahler hebben gehoord. Het kan ook anders gelukkig : in Lille was het al mijn 3e uitvoering met hun huisorkest. De eerste uitvoering was fantastisch. De vorige was vlak na de aanslagen in Parijs en het orkest had een complete offday (waarvoor natuurlijk alle begrip).
Het Orchestre National de Lille had in Star Wars IV al laten zien dat ze een moeilijke partituur aankunnen maar na vele ontgoochelingen in dit meesterwerk van Mahler, zelfs door gerenommeerde orkesten, is het toch altijd wat bang afwachten wat het zal worden. Maar ik ben zelden zo snel overtuigd geweest, reeds na enkele maten wist ik dat het goed zat en dit dankzij een schitterende sound van de contrabassen. Alexandre Bloch heeft het eerste deel fantastisch gebracht. Ik heb het nog niet beter gehoord. Het tempo was perfect, het was goed opgebouwd en de climaxen waren al zeer intens. Tijdens dit deel was de zaal ook nog min of meer stil, dus eigenlijk heb ik hier het meest van genoten. Erna was het publiek echt vreselijk irritant en is de zaal eigenlijk niet meer stil geweest. Ik had er me gelukkig al wat op ingesteld na de vorige ervaringen in Lille maar het blijft toch zeer vervelend.
Het tweede deel vind ik meestal maar niks, maar ook hier konden de dirigent en het orkest boeien. Tijdens het derde deel mocht de climax nog iets intenser ten opzichte van deze in het eerste deel maar de uitvoering bleef steeds heel precies. In dit o zo moeilijke werk hebben veel pupiters me in positieve zin verrast. De pauken en het slagwerk gaven een fenomenale sound. Het was echt het allerluidste waarbij je het nog zuiver kan brengen denk ik. De houtblazers hebben het ook allemaal uitstekend gedaan. Dit stuk is de testcase voor een orkest, zwakke schakels vallen hier door de mand, maar dat is tijdens deze uitvoering niet gebeurd! De eerste hoorn was niet verdubbeld maar er waren wel 6 trompetten. Platen deden dienst als klokken, dit werkt toch beter met echte klokken of staven vind ik.
Het prachtige Urlicht was jammer genoeg wel zowat de zwakste uitvoering die ik ooit heb gehoord. En bracht ook een primeur. Als je na zovele live uitvoeringen iets volledig nieuw hoort is de kans klein dat het een geslaagd concept is en dat bleek ook. Op het einde van het derde deel zijn fagot nr 2 en 4 naar de coulissen vertrokken om daar samen met de coulissen hoorns Christianne Stotijn te begeleiden. Dit werkte dus echt niet, er kwam bijna niks van geluid door. Was het hierdoor dat de zang me ook niet kon overtuigen?
Na een iets te lange pauze 'barsten de graven open' maar dit mocht nog iets explosiever gebeuren. Maar ook in dit magistrale deel was het orkest top en was ik verbaasd door het rijke klankenpalet en de zuiverheid van de kopers. Het dubbele trommelgedeelte mocht de dirigent nog iets langer laten aanhouden maar het was wel intens. Na zovele live, Youtube, Mezzo... uitvoeringen heb je waarschijnlijk wel een soort ideale uitvoering in jouw hersenen gemaakt waaraan je de eigenlijke uitvoering reflecteert vermoed ik. De coulissen-kopers waren top, er waren een paar maten bij waarin ik de sound van de hoorns als goddelijk durf te omschrijven. Na de finale climax voor de inzet van de hoorns was er een prachtig samenspel tussen de coulissen kopers, 1e fluit en piccolo. Het solowerk van de trompetten en de 1e trombone was super, alsook het delicate samenspel van de 4 trombones samen. De inzet van het Philharmonia Chorus was bijna even goed als deze waarbij het Collegium Vocale Gent en Accademia Chigiana Siena het samen hebben gebracht. En dit is wel een referentie, want toen kwam die inzet recht uit de hemel (zei de ketter). Het 100-koppige Philharmonia Chorus zat heel dicht tegen dat niveau en dit leidde tot een zeer indrukwekkende ervaring. Kate Royal was de sopraan en ze bleek goed gecast te zijn. Zeer mooi gezongen maar het koor was zo goed dat die eigenlijk al mijn aandacht opeisten. De opbouw was geleidelijk en traag en daardoor kwam de echte finale een beetje plots. Ondanks dat de coulissen-kopers kwamen meehelpen heeft het koor het orkest volledig overhoop gezongen tijdens hun slotmaten. Meestal vind ik dat de balans teveel op het orkest ligt maar was hier overduidelijk omgekeerd. Toen de 10 hoorns het van het koor overnamen werd ik wel even weggeblazen : dat was het beste moment van de uitvoering.
Ik heb na een 350 tal concerten nu toch al een beetje ervaring met het lezen van een applaus denk ik. En het was echt wel duidelijk dat het constante gehoest (constant is jammer genoeg geen overdrijving) een groot deel van de beleving heeft weggenomen. Normaal krijg je na zo'n uitvoering een daverde ovatie, nu was het wel een intens en warm applaus waarbij het koor en de afzonderlijke pupiters hun verdiende respect en dankbaarheid van het publiek kregen. Het moet ook zowat het langste ritmische handgeklap ooit zijn geweest en dit verdienden de dirigent, het orkest en het koor ook. Maar was het maar wat stiller geweest zodat het dak eraf kon na de slotnoten.
Het Orchestre National de Lille had in Star Wars IV al laten zien dat ze een moeilijke partituur aankunnen maar na vele ontgoochelingen in dit meesterwerk van Mahler, zelfs door gerenommeerde orkesten, is het toch altijd wat bang afwachten wat het zal worden. Maar ik ben zelden zo snel overtuigd geweest, reeds na enkele maten wist ik dat het goed zat en dit dankzij een schitterende sound van de contrabassen. Alexandre Bloch heeft het eerste deel fantastisch gebracht. Ik heb het nog niet beter gehoord. Het tempo was perfect, het was goed opgebouwd en de climaxen waren al zeer intens. Tijdens dit deel was de zaal ook nog min of meer stil, dus eigenlijk heb ik hier het meest van genoten. Erna was het publiek echt vreselijk irritant en is de zaal eigenlijk niet meer stil geweest. Ik had er me gelukkig al wat op ingesteld na de vorige ervaringen in Lille maar het blijft toch zeer vervelend.
Het tweede deel vind ik meestal maar niks, maar ook hier konden de dirigent en het orkest boeien. Tijdens het derde deel mocht de climax nog iets intenser ten opzichte van deze in het eerste deel maar de uitvoering bleef steeds heel precies. In dit o zo moeilijke werk hebben veel pupiters me in positieve zin verrast. De pauken en het slagwerk gaven een fenomenale sound. Het was echt het allerluidste waarbij je het nog zuiver kan brengen denk ik. De houtblazers hebben het ook allemaal uitstekend gedaan. Dit stuk is de testcase voor een orkest, zwakke schakels vallen hier door de mand, maar dat is tijdens deze uitvoering niet gebeurd! De eerste hoorn was niet verdubbeld maar er waren wel 6 trompetten. Platen deden dienst als klokken, dit werkt toch beter met echte klokken of staven vind ik.
Het prachtige Urlicht was jammer genoeg wel zowat de zwakste uitvoering die ik ooit heb gehoord. En bracht ook een primeur. Als je na zovele live uitvoeringen iets volledig nieuw hoort is de kans klein dat het een geslaagd concept is en dat bleek ook. Op het einde van het derde deel zijn fagot nr 2 en 4 naar de coulissen vertrokken om daar samen met de coulissen hoorns Christianne Stotijn te begeleiden. Dit werkte dus echt niet, er kwam bijna niks van geluid door. Was het hierdoor dat de zang me ook niet kon overtuigen?
Na een iets te lange pauze 'barsten de graven open' maar dit mocht nog iets explosiever gebeuren. Maar ook in dit magistrale deel was het orkest top en was ik verbaasd door het rijke klankenpalet en de zuiverheid van de kopers. Het dubbele trommelgedeelte mocht de dirigent nog iets langer laten aanhouden maar het was wel intens. Na zovele live, Youtube, Mezzo... uitvoeringen heb je waarschijnlijk wel een soort ideale uitvoering in jouw hersenen gemaakt waaraan je de eigenlijke uitvoering reflecteert vermoed ik. De coulissen-kopers waren top, er waren een paar maten bij waarin ik de sound van de hoorns als goddelijk durf te omschrijven. Na de finale climax voor de inzet van de hoorns was er een prachtig samenspel tussen de coulissen kopers, 1e fluit en piccolo. Het solowerk van de trompetten en de 1e trombone was super, alsook het delicate samenspel van de 4 trombones samen. De inzet van het Philharmonia Chorus was bijna even goed als deze waarbij het Collegium Vocale Gent en Accademia Chigiana Siena het samen hebben gebracht. En dit is wel een referentie, want toen kwam die inzet recht uit de hemel (zei de ketter). Het 100-koppige Philharmonia Chorus zat heel dicht tegen dat niveau en dit leidde tot een zeer indrukwekkende ervaring. Kate Royal was de sopraan en ze bleek goed gecast te zijn. Zeer mooi gezongen maar het koor was zo goed dat die eigenlijk al mijn aandacht opeisten. De opbouw was geleidelijk en traag en daardoor kwam de echte finale een beetje plots. Ondanks dat de coulissen-kopers kwamen meehelpen heeft het koor het orkest volledig overhoop gezongen tijdens hun slotmaten. Meestal vind ik dat de balans teveel op het orkest ligt maar was hier overduidelijk omgekeerd. Toen de 10 hoorns het van het koor overnamen werd ik wel even weggeblazen : dat was het beste moment van de uitvoering.
Ik heb na een 350 tal concerten nu toch al een beetje ervaring met het lezen van een applaus denk ik. En het was echt wel duidelijk dat het constante gehoest (constant is jammer genoeg geen overdrijving) een groot deel van de beleving heeft weggenomen. Normaal krijg je na zo'n uitvoering een daverde ovatie, nu was het wel een intens en warm applaus waarbij het koor en de afzonderlijke pupiters hun verdiende respect en dankbaarheid van het publiek kregen. Het moet ook zowat het langste ritmische handgeklap ooit zijn geweest en dit verdienden de dirigent, het orkest en het koor ook. Maar was het maar wat stiller geweest zodat het dak eraf kon na de slotnoten.