01-28-2019, 11:08 PM
Gisteren ben ik naar een opvallend programma gaan luisteren. Ik zou zelf nooit Beethoven en Shostakovich samen programmeren maar die laatste zijn 5e symfonie is zo mooi dat ik uiteindelijk toch had besloten om het concert bij te wonen.
De namiddag begon met Egmont, niet enkel de ouverture maar de hele lange zit met verteller en sopraan. De ouverture was mooi met goed werk van de hoorns. Eric-Emmanuel Schmitt was de verteller, dus het was in het Frans. Hij heeft dat wel uitstekend gedaan, maar ik vond het veel te veel vertellen ipv muziek. Hendrikje Van Kerchhove had maar twee korte stukjes maar kon hierin niet echt overtuigen : weinig projectie en articulatie. Na één uur wachten werd het einde toch wat boeiend met de apotheose met de dubbele trom.
Na de pauze werd het muzikaal een stuk interessanter. Het was even geleden dat ik die 5e van Shostakovich nog eens live had gehoord. Ik ben met dit werk al rot verwend geweest door oa een fantastische uitvoering met Jaap van Zweden (vele hoogtes en laagtes bij hem met weinig ertussen eigenlijk). Ook eens een zeer opmerkelijke uitvoering met het OPL die het super cynisch hebben gebracht en plots kwam de ware aard van dit werk volledig naar boven. Mochten ze het zo hebben gespeeld ten tijde van Stalin waren er letterlijk een paar koppen gerold. Ik had voor dit zware werk liever wat meer strijkers op het podium gezien, maar ik had die te kleine bezetting wel verwacht. Ik had het gevoel dat Hugh Wolff tijdens het eerste deel nog wat op zoek was maar het klonk wel goed en het NOB speelde heel goed. Het tweede deel is het minst interessant. En toen kwam het derde deel : het orkest onderging precies een metamorfose : vanaf de eerste maat zat de ziel van het werk erin en ik heb elke noot gewoon geabsorbeerd. De strijkers brachten veel nuances en dit met een zeer rijk palet. Ook het duister kantje aan dit werk kwam er hier eindelijk wat uit en dan raakt het me toch direct wat meer. Het vierde deel spetterde en de overgangen van het schelle hoge geweld naar het zeer intieme waren super gedaan, hierdoor kreeg je ook een mooie spanningsboog die de dirigent tot het einde van het stuk heeft kunnen vasthouden. Een paar uitblinkers in het orkest wil ik zeker vernoemen : de 1e klarinet bracht een zeer warme klank en enorm subtiel spel dat in de dubbele piano passage ook zonder intonatieproblemen verliep! 1e fluit en 1e hobo hebben in hun solo's ook uitgeblonken, en de dame op de piccolo was zoals steeds aan het solliciteren om in de Wiener te gaan spelen, die haalt echt een ongelooflijk constant hoog niveau. De harp was ook top. De hoorns vond ik voor de pauze iets beter klinken, de andere kopers brachten die diepe Slavische klanken waar ik zo fan van ben. Ik vond het maar een mak applaus van een niet zo aandachtig publiek. Deze uitvoering verdiende beter.
De namiddag begon met Egmont, niet enkel de ouverture maar de hele lange zit met verteller en sopraan. De ouverture was mooi met goed werk van de hoorns. Eric-Emmanuel Schmitt was de verteller, dus het was in het Frans. Hij heeft dat wel uitstekend gedaan, maar ik vond het veel te veel vertellen ipv muziek. Hendrikje Van Kerchhove had maar twee korte stukjes maar kon hierin niet echt overtuigen : weinig projectie en articulatie. Na één uur wachten werd het einde toch wat boeiend met de apotheose met de dubbele trom.
Na de pauze werd het muzikaal een stuk interessanter. Het was even geleden dat ik die 5e van Shostakovich nog eens live had gehoord. Ik ben met dit werk al rot verwend geweest door oa een fantastische uitvoering met Jaap van Zweden (vele hoogtes en laagtes bij hem met weinig ertussen eigenlijk). Ook eens een zeer opmerkelijke uitvoering met het OPL die het super cynisch hebben gebracht en plots kwam de ware aard van dit werk volledig naar boven. Mochten ze het zo hebben gespeeld ten tijde van Stalin waren er letterlijk een paar koppen gerold. Ik had voor dit zware werk liever wat meer strijkers op het podium gezien, maar ik had die te kleine bezetting wel verwacht. Ik had het gevoel dat Hugh Wolff tijdens het eerste deel nog wat op zoek was maar het klonk wel goed en het NOB speelde heel goed. Het tweede deel is het minst interessant. En toen kwam het derde deel : het orkest onderging precies een metamorfose : vanaf de eerste maat zat de ziel van het werk erin en ik heb elke noot gewoon geabsorbeerd. De strijkers brachten veel nuances en dit met een zeer rijk palet. Ook het duister kantje aan dit werk kwam er hier eindelijk wat uit en dan raakt het me toch direct wat meer. Het vierde deel spetterde en de overgangen van het schelle hoge geweld naar het zeer intieme waren super gedaan, hierdoor kreeg je ook een mooie spanningsboog die de dirigent tot het einde van het stuk heeft kunnen vasthouden. Een paar uitblinkers in het orkest wil ik zeker vernoemen : de 1e klarinet bracht een zeer warme klank en enorm subtiel spel dat in de dubbele piano passage ook zonder intonatieproblemen verliep! 1e fluit en 1e hobo hebben in hun solo's ook uitgeblonken, en de dame op de piccolo was zoals steeds aan het solliciteren om in de Wiener te gaan spelen, die haalt echt een ongelooflijk constant hoog niveau. De harp was ook top. De hoorns vond ik voor de pauze iets beter klinken, de andere kopers brachten die diepe Slavische klanken waar ik zo fan van ben. Ik vond het maar een mak applaus van een niet zo aandachtig publiek. Deze uitvoering verdiende beter.