02-03-2017, 02:18 AM
Het was ondertussen al even geleden dat ik nog eens in Liège was geweest voor een klassiek concert, maar deze programmatie kon ik echt niet missen. Babi Yar stond al heel lang op mijn verlanglijstje en is eigenlijk het enigste grote werk in mijn "must see" lijstje dat nog ontbrak. Maar dat is voor na de pauze. Het concert begon met een speech, is het tegenwoordig eigenlijk nog mogelijk om naar een concert te gaan dat zonder begint!?
De programmatie van deze avond vond ik nog op zijn zachts gezegd bizar : Le Songe d’une Nuit d’été van Mendelssohn botst als water en vuur met die Babi Yar. Ik kan er echt niet bij hoe je deze stukken in één concert kan samen brengen. Het Dodeneiland van Rachmaninov of een vioolconcerto van Shostakovich lijken me een veel betere match. Le Songe d'une Nuit d'été vond ik toch maar een saaie en lange zit. De vocale stukken konden me wel boeien, maar die zijn heel beperkt, toch wat zonde om voor die twee passages een volledig vrouwenkoor (Chœur Philharmonique de Brno) te laten overkomen. Jodie Devos heeft heel mooi gezongen en met een duidelijke articulatie. Lore Binon was ook goed maar heeft slechts een heel kleine bijdrage in dit stuk. De zaal was wel stil en aandachtig, maar La Salle Philharmonique is toch geen ideale zaal voor het symfonische genre.
Na de pauze kwam dan mijn lang verwachte eerste live uitvoering van Babi Yar. Jammer genoeg was de stille zaal van voor de pauze volledig verdwenen. Dit stuk was te hoog gegrepen voor het grootste deel van het publiek en dit toont ook aan dat die programmatie volledig fout zat. Enkele loges verder heeft een koppel gans het stuk door gebabbeld, zelfs tijdens die fragiele slotmaten! En in mijn loge zat iemand constant zijn neus op te snuiven : een tic nerveux of pure lompigheid weet ik niet, maar het was in elk geval vreselijk irritant, hierdoor eigenlijk halfweg het stuk afgehaakt en vanaf dan naar een snel einde zitten verlangen : echt wel doodzonde voor een uitvoering waar je zo lang hebt naar uitgekeken. Het begon nochtans goed met de inzet van de bas : Alexander Vinogradov. Hij heeft een zeer krachtige stem en een enorme projectie. Dit stuk is nen hele boterham voor de solist, maar hij kon het gemakkelijk aan. Ik ben zeer onder de indruk van zijn prestatie maar de keuze van zijn klankkleuren mocht soms iets somberder. Dit geldt eigenlijk ook voor het Orchestre Philharmonique de Liège. Bij momenten kon Christian Arming het duistere van dit werk wel brengen maar de echte ziel ontbrak. De climaxen waren ook te braaf : dit moet echt uit de diepste brandende hel komen maar die gevoelens/impressies kon het orkest toch niet volledig overbrengen. Het is natuurlijk ook ondankbaar om "tegen" zo'n zaal/publiek te moeten spelen. De strijkers hebben die donkere klankkleuren eigenlijk wel het beste gebracht, en ook het slagwerk is hierin geslaagd. Het orkest heeft zeker niet slecht gespeeld maar het was moeilijk om de spanningsboog erin te houden. Het fragiele solowerk van de 1e hoorn was top! Het mannenkoor stond helemaal achteraan op het diepe podium en dat gaf wat verlies aan klank en heel soms had ik het gevoel dat ze een tik te laat waren hierdoor. Ik had de indruk dat de altviool van de pupiteraanvoerder niet helemaal perfect gestemd meer stond tegen zijn solo.
Een verdienstelijke poging en in stille zaal ging deze uitvoering wel gewerkt hebben denk ik. Mezzo heeft het opgenomen, dus binnenkort kunnen jullie je eigen oordeel vellen over deze uitvoering. Hopelijk duurt het niet opnieuw meer dan een decennium vooraleer deze symfonie nog eens in de België of Zuid-Nederland wordt gespeeld.
De programmatie van deze avond vond ik nog op zijn zachts gezegd bizar : Le Songe d’une Nuit d’été van Mendelssohn botst als water en vuur met die Babi Yar. Ik kan er echt niet bij hoe je deze stukken in één concert kan samen brengen. Het Dodeneiland van Rachmaninov of een vioolconcerto van Shostakovich lijken me een veel betere match. Le Songe d'une Nuit d'été vond ik toch maar een saaie en lange zit. De vocale stukken konden me wel boeien, maar die zijn heel beperkt, toch wat zonde om voor die twee passages een volledig vrouwenkoor (Chœur Philharmonique de Brno) te laten overkomen. Jodie Devos heeft heel mooi gezongen en met een duidelijke articulatie. Lore Binon was ook goed maar heeft slechts een heel kleine bijdrage in dit stuk. De zaal was wel stil en aandachtig, maar La Salle Philharmonique is toch geen ideale zaal voor het symfonische genre.
Na de pauze kwam dan mijn lang verwachte eerste live uitvoering van Babi Yar. Jammer genoeg was de stille zaal van voor de pauze volledig verdwenen. Dit stuk was te hoog gegrepen voor het grootste deel van het publiek en dit toont ook aan dat die programmatie volledig fout zat. Enkele loges verder heeft een koppel gans het stuk door gebabbeld, zelfs tijdens die fragiele slotmaten! En in mijn loge zat iemand constant zijn neus op te snuiven : een tic nerveux of pure lompigheid weet ik niet, maar het was in elk geval vreselijk irritant, hierdoor eigenlijk halfweg het stuk afgehaakt en vanaf dan naar een snel einde zitten verlangen : echt wel doodzonde voor een uitvoering waar je zo lang hebt naar uitgekeken. Het begon nochtans goed met de inzet van de bas : Alexander Vinogradov. Hij heeft een zeer krachtige stem en een enorme projectie. Dit stuk is nen hele boterham voor de solist, maar hij kon het gemakkelijk aan. Ik ben zeer onder de indruk van zijn prestatie maar de keuze van zijn klankkleuren mocht soms iets somberder. Dit geldt eigenlijk ook voor het Orchestre Philharmonique de Liège. Bij momenten kon Christian Arming het duistere van dit werk wel brengen maar de echte ziel ontbrak. De climaxen waren ook te braaf : dit moet echt uit de diepste brandende hel komen maar die gevoelens/impressies kon het orkest toch niet volledig overbrengen. Het is natuurlijk ook ondankbaar om "tegen" zo'n zaal/publiek te moeten spelen. De strijkers hebben die donkere klankkleuren eigenlijk wel het beste gebracht, en ook het slagwerk is hierin geslaagd. Het orkest heeft zeker niet slecht gespeeld maar het was moeilijk om de spanningsboog erin te houden. Het fragiele solowerk van de 1e hoorn was top! Het mannenkoor stond helemaal achteraan op het diepe podium en dat gaf wat verlies aan klank en heel soms had ik het gevoel dat ze een tik te laat waren hierdoor. Ik had de indruk dat de altviool van de pupiteraanvoerder niet helemaal perfect gestemd meer stond tegen zijn solo.
Een verdienstelijke poging en in stille zaal ging deze uitvoering wel gewerkt hebben denk ik. Mezzo heeft het opgenomen, dus binnenkort kunnen jullie je eigen oordeel vellen over deze uitvoering. Hopelijk duurt het niet opnieuw meer dan een decennium vooraleer deze symfonie nog eens in de België of Zuid-Nederland wordt gespeeld.