11-27-2016, 01:40 AM
Ik ben deze avond naar De Bijloke geweest om een avond Russische muziek te beleven. In alle eerlijkheid was het eigenlijk enkel Leonidos Kavakas waarvoor ik het verkeers- en parkeerinfarct in Gent over had. De akoestiek in De Bijloke is ook al niet echt uitnodigend, daarom deze keer eens ticket in 1e categorie genomen en de keuze voor de 4e rij bleek wel goed te zitten.
De avond begon jammer genoeg met een speech van de dirigent Stéphane Denève. Ik heb de indruk dat dit vaker gebeurt. Ik vind dit sowieso geen goede evolutie want ik heb hier echt een bloedhekel aan. Het openingswerk was Maslenitsa van Guillaume Connesson : mooie muziek maar een echte meerwaarde vond ik dit werk toch niet, een klassieke ouverture had me meer kunnen bekoren.
Maar de meeste luisteraars waren natuurlijk voor Leonidas Kavakos gekomen. Ik vind het wel straf dat Brussels Philharmonic zo’n top violist heeft kunnen strikken. Het was de 2e maal dat ik hem aan het werk heb gehoord. Deze avond heeft hij het 1e Vioolconcerto van Shostakovich gebracht, één van mijn lievelingsconcerto’s. Ik keek er dus ongelooflijk naar uit. Het was zeer leuk om zo dicht bij de solist te zitten, maar dit had wel één zeer groot nadeel : hij heeft bijna gedurende gans het concert met zijn neus gesnoven en luid geademd. Ik ben ze vrij zeker van dat dit vanaf de 10e rij of zo niet meer hoorbaar zijn geweest maar zo dichtbij was het eigenlijk wel heel storend. Het gaf ook een te groot contrast met de zeer zuivere klanken die hij uit zijn viool wist te toveren. Hij speelt natuurlijk wel ontzettend goed en hij beschikt ook over een top instrument : die combinatie gaf een enorme klank. Hij maakt er ook een zeer persoonlijke interpretatie van en hierdoor kan hij dus sowieso boeien. Hij laat de viool eigenlijk ook spreken in al haar eenvoud. Die naakte klank maakt het ook eerlijk, hij probeert niks te camoufleren en zoekt de grenzen op van het instrument. Hij heeft een paar keer zo zacht gespeeld dat het gewoon onmogelijk werd om toon te houden, maar hij komt hier gewoon mee weg. Ik heb wel al betere uitvoeringen gehoord maar ik heb bij momenten toch op het puntje van mijn stoel gezeten, en dit zeker tijdens het 3e en 4e deel. Zijn cadenza was opmerkelijk : enorm fragiel en traag begonnen, dit met de langste pauzes die ik ooit heb gehoord maar deze opbouw werkte wel. Hij heeft me het meeste verbaasd tijdens een paar aartsmoeilijke glissando's en overgangen die bijna onspeelbaar zijn en die vaak net niet perfect verlopen, zelfs bij andere grote solisten, deze waren hier loepzuiver!
Het samenspel met Brussels zat goed maar ik vond het niet zo’n goed idee om met een verminderde strijkersbezetting te spelen. Leonidas Kavakos speelt van nature zo krachtig dat hij hiermee geen enkel probleem ging hebben en het ging de uitvoering wat meer diepgang geven. Ik had ergens het gevoel dat het orkest iets te veel onder de indruk waren van de solist en hem echt alle ruimte wilden geven, het is natuurlijk ook mogelijk dat de dirigent had gevraagd om het zo te doen, of waarschijnlijk een combinatie van deze factoren, maar hierdoor miste ik wel wat passie, kracht en vuur in de overnames van het orkest en het zijn net die passages die voor het contrast en de diepgang zorgen die dit stuk naar het allerhoogste niveau tillen.
Na de pauze volgde dan de 5e Symfonie van Tchaikovski. Ergens heb ik stuk te vaak gehoord denk ik, ook ergens het gevoel dat ik het wat ontgroeid ben, het kan me in elk geval niet meer zo boeien als vroeger. Ooit eens sublieme uitvoering van gehoord met deFilharmonie en Jaap Van Zweden. Al van de eerste noten werd duidelijk dat die extra strijkers een wereld van verschil maakten. Ik heb echt gans het stuk genoten van de schitterende sound van de strijkers. Het was een mooie uitvoering maar het kwam pas echt volledig los tijdens het 4e deel. Ik vind dat 4e deel trouwens wat raar geschreven, je bent op weg naar de slotclimax en dan volgt een wat kunstmatig aanvoelende pauze met erna nog een ander thema dat eigenlijk nooit volledig uitgewerkt geraakt. Tijdens dit deel konden de kopers en de pauken me bekoren, zeer mooie interacties en het was goed opgebouwd met een volle en krachtige klank. Dit gaf een paar geslaagde intense passages. Op het einde is de dirigent wel verschrikkelijk beginnen versnellen, het werkte wel maar het was echt kantje boordje om je orkest nog volledig mee te krijgen. Brussels Philharmonic blijft wel altijd op een goed niveau spelen, ondanks de massa nieuwe gezichten. Ergens toch wel jammer dat ze niet over een grotere vast kern beschikken, want die is toch echt wel nodig om op langere termijn iets op te bouwen.
De avond begon jammer genoeg met een speech van de dirigent Stéphane Denève. Ik heb de indruk dat dit vaker gebeurt. Ik vind dit sowieso geen goede evolutie want ik heb hier echt een bloedhekel aan. Het openingswerk was Maslenitsa van Guillaume Connesson : mooie muziek maar een echte meerwaarde vond ik dit werk toch niet, een klassieke ouverture had me meer kunnen bekoren.
Maar de meeste luisteraars waren natuurlijk voor Leonidas Kavakos gekomen. Ik vind het wel straf dat Brussels Philharmonic zo’n top violist heeft kunnen strikken. Het was de 2e maal dat ik hem aan het werk heb gehoord. Deze avond heeft hij het 1e Vioolconcerto van Shostakovich gebracht, één van mijn lievelingsconcerto’s. Ik keek er dus ongelooflijk naar uit. Het was zeer leuk om zo dicht bij de solist te zitten, maar dit had wel één zeer groot nadeel : hij heeft bijna gedurende gans het concert met zijn neus gesnoven en luid geademd. Ik ben ze vrij zeker van dat dit vanaf de 10e rij of zo niet meer hoorbaar zijn geweest maar zo dichtbij was het eigenlijk wel heel storend. Het gaf ook een te groot contrast met de zeer zuivere klanken die hij uit zijn viool wist te toveren. Hij speelt natuurlijk wel ontzettend goed en hij beschikt ook over een top instrument : die combinatie gaf een enorme klank. Hij maakt er ook een zeer persoonlijke interpretatie van en hierdoor kan hij dus sowieso boeien. Hij laat de viool eigenlijk ook spreken in al haar eenvoud. Die naakte klank maakt het ook eerlijk, hij probeert niks te camoufleren en zoekt de grenzen op van het instrument. Hij heeft een paar keer zo zacht gespeeld dat het gewoon onmogelijk werd om toon te houden, maar hij komt hier gewoon mee weg. Ik heb wel al betere uitvoeringen gehoord maar ik heb bij momenten toch op het puntje van mijn stoel gezeten, en dit zeker tijdens het 3e en 4e deel. Zijn cadenza was opmerkelijk : enorm fragiel en traag begonnen, dit met de langste pauzes die ik ooit heb gehoord maar deze opbouw werkte wel. Hij heeft me het meeste verbaasd tijdens een paar aartsmoeilijke glissando's en overgangen die bijna onspeelbaar zijn en die vaak net niet perfect verlopen, zelfs bij andere grote solisten, deze waren hier loepzuiver!
Het samenspel met Brussels zat goed maar ik vond het niet zo’n goed idee om met een verminderde strijkersbezetting te spelen. Leonidas Kavakos speelt van nature zo krachtig dat hij hiermee geen enkel probleem ging hebben en het ging de uitvoering wat meer diepgang geven. Ik had ergens het gevoel dat het orkest iets te veel onder de indruk waren van de solist en hem echt alle ruimte wilden geven, het is natuurlijk ook mogelijk dat de dirigent had gevraagd om het zo te doen, of waarschijnlijk een combinatie van deze factoren, maar hierdoor miste ik wel wat passie, kracht en vuur in de overnames van het orkest en het zijn net die passages die voor het contrast en de diepgang zorgen die dit stuk naar het allerhoogste niveau tillen.
Na de pauze volgde dan de 5e Symfonie van Tchaikovski. Ergens heb ik stuk te vaak gehoord denk ik, ook ergens het gevoel dat ik het wat ontgroeid ben, het kan me in elk geval niet meer zo boeien als vroeger. Ooit eens sublieme uitvoering van gehoord met deFilharmonie en Jaap Van Zweden. Al van de eerste noten werd duidelijk dat die extra strijkers een wereld van verschil maakten. Ik heb echt gans het stuk genoten van de schitterende sound van de strijkers. Het was een mooie uitvoering maar het kwam pas echt volledig los tijdens het 4e deel. Ik vind dat 4e deel trouwens wat raar geschreven, je bent op weg naar de slotclimax en dan volgt een wat kunstmatig aanvoelende pauze met erna nog een ander thema dat eigenlijk nooit volledig uitgewerkt geraakt. Tijdens dit deel konden de kopers en de pauken me bekoren, zeer mooie interacties en het was goed opgebouwd met een volle en krachtige klank. Dit gaf een paar geslaagde intense passages. Op het einde is de dirigent wel verschrikkelijk beginnen versnellen, het werkte wel maar het was echt kantje boordje om je orkest nog volledig mee te krijgen. Brussels Philharmonic blijft wel altijd op een goed niveau spelen, ondanks de massa nieuwe gezichten. Ergens toch wel jammer dat ze niet over een grotere vast kern beschikken, want die is toch echt wel nodig om op langere termijn iets op te bouwen.